De kerkuilen activiteit op het erf neemt weer toe.
Als de jongen zijn uitgevlogen en door hun ouders langzaamaan van ons erf verdreven (meestal ergens in september) wordt het langzaam rustiger op het erf. De ouders zijn vaak nog wel in de buurt, maar gebruiken de nestkast een tijdje niet (mogelijk vanwege hoge parasieten druk) en komen nauwelijks nog voor de nachtcamera. Ook vocaal doen ze het een stukje rustiger aan. Af en toe hoor je nog wel nachtelijk gekrijs over het erf, maar zeker niet zoveel als in het half jaar daarvoor.
Dan breekt voor ons ook weer de spannende tijd aan; “Zullen ze de winter overleven en volgend jaar weer voor onze kast kiezen ?”. De nachtcamera zou daar uitsluitsel over kunnen geven, maar zo’n camera heeft een opstarttijd voordat de infrarood cellen voldoende IR licht produceren. Als de uilen heel snel de kast in- of uitvliegen (wat ze vaak doen!) is er een goede kans dat de camera ze mist. Als je geluk hebt zie je nog net de staart verdwijnen, maar meestal zit je naar een leeg beeld te kijken. En zo kun je weken lang in onzekerheid zijn over hoe het met “onze” kerkuilen gaat.
Een filmpje als hieronder is dan een heerlijk moment. In één klap is alle onzekerheid verdwenen. Er is er niet één, maar twee (hoeven niet perse dezelfde te zijn als vorig jaar). Ze zijn ook nog eens van verschillend geslacht. En ze paren én ze zitten op 1 meter van onze nestkast. Een betere start van het nieuwe broedseizoen kun je je niet wensen. De muizenstand lijkt vooralsnog ook goed op ons land, dus hopelijk krijgen we weer net zo’n mooi nest als 2 jaar geleden; 5 jongen uitgevlogen en wekenlang spektakel op het erf.